De maximale EU uitgaven voor brede beleidsterreinen worden vastgelegd in zevenjarenplannen, de meerjarige financiële kaders (MFK). Het MFK wordt vastgesteld bij unaniem besluit van de EU lidstaten met goedkeuring van het Europees Parlement. Het geld wordt aan de hand van de volgende begrotingsrubrieken uitgegeven:
1. Slimme en inclusieve groei |
1a: Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid |
1b: Economische, sociale en territoriale samenhang |
2. Duurzame Groei: natuurlijke hulpbronnen |
3. Veiligheid en burgerschap |
4. Europa als wereldspeler |
5. Administratie |
Lees meer over de uitgaventerreinen van de EU-begroting in een speciaal onderdeel: uitgaventerreinen
Voor de periode 2014-2020 voorziet het MFK in betalingen voor een totaalbedrag van 908 miljard euro, circa 130 miljard euro per jaar (prijspeil 2011). Voor elke rubriek wordt een jaarlijks plafond vastgesteld, uitgedrukt in vastleggingskredieten (juridisch bindende verbintenissen tot het besteden van geld, dat niet per se in hetzelfde jaar moet worden uitbetaald, maar over meerdere begrotingsjaren mag worden verdeeld). Bovendien zijn er jaarlijkse algemene plafonds voor betalingskredieten (het werkelijke totale toegestane bedrag dat in een bepaald jaar mag worden besteed).
De Commissie stelt, binnen de grenzen van het MFK, voor elk jaar een jaarlijkse begroting voor die wordt (gewijzigd en) goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.
De grootste uitgaventerreinen op de EU-begroting zijn uitgaven voor natuurlijke hulpbronnen (40 % van de begrote betalingen in 2015), economische, sociale en territoriale samenhang (36 %) en concurrentievermogen voor groei (11 %).
Waar komt het geld vandaan?
De EU heeft haar eigen middelen. Zij wordt hoofdzakelijk gefinancierd met de douanerechten, die worden geïnd aan de handelsgrenzen van het blok, en door de belastingbetalers in de EU (via de bijdragen van de lidstaten die worden berekend aan de hand van het relatieve bni en van de nationale btw ontvangsten).
Wie beheert het geld?
De Europese Commissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de jaarlijkse begroting. Voor de meeste middelen wordt het beheer gedeeld met de overheidsdiensten van de lidstaten. Aan het eind van elk jaar stelt de Commissie een jaarrekening op om verslag te doen van de begrotingsuitvoering.
Wie houdt toezicht op het beheer van het geld?
De Commissie moet over het beheer van de middelen verantwoording afleggen aan het Europees Parlement, de vertegenwoordiger van de burgers van de EU. Het Europees Parlement onderzoekt de uitvoering nauwkeurig op basis van de jaarrekening en verleent kwijting aan de Commissie. Een belangrijk element voor de kwijtingverlening is het jaarverslag van de ERK, waarin een controleoordeel wordt gegeven over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van de EU en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.
Welk geld controleert de ERK?
Elk jaar controleert de ERK de ontvangsten en uitgaven van de EU-begroting en geeft zij een oordeel over de mate waarin de jaarrekening betrouwbaar is en de inkomsten- en uitgavenverrichtingen voldoen aan de toepasselijke wet- en regelgeving. De ERK verricht ook doelmatigheidscontroles van specifieke begrotingsterreinen of beheersthema’s.
Gerelateerde links