Rechtskader van toepassing op de bescherming van persoonsgegevens
Handvest van de grondrechten
Het recht op bescherming van persoonsgegevens is een grondrecht en een van de kernwaarden van de Europese Unie (“EU”).
Het is vastgelegd in het Handvest van de grondrechten
van de EU (het “Handvest”). Uit hoofde van het Handvest heeft eenieder recht op bescherming van zijn persoonsgegevens
(artikel 8, lid 1).
Het Handvest werd juridisch bindend met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op , waardoor
het Handvest dezelfde juridische waarde kreeg als de constitutionele verdragen van de EU.
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
Artikel 16, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”) bepaalt dat eenieder recht heeft op bescherming van zijn persoonsgegevens. De EU is uniek in het verstrekken
van een constitutionele verplichting tot vaststelling van gegevensbeschermingsregels voor de verwerking van
persoonsgegevens.
Algemene verordening gegevensbescherming van de EU
Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband
met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije
verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (EUVG).
Europese Rekenkamer: interne voorschriften
Beperkingen van bepaalde rechten van betrokkenen
Besluit nr. 42-2021 van de Rekenkamer tot vaststelling van interne voorschriften betreffende beperkingen van bepaalde rechten van
betrokkenen in verband met de verwerking van persoonsgegevens in het kader van activiteiten van de Europese Rekenkamer
DPO-uitvoeringsvoorschriften
Decision No 40-2021 adopting implementing rules concerning the Data Protection Officer pursuant to Article 45(3) EUDPR.
Referenzi relevanti oħra rigward il-protezzjoni tal-privatezza u tad-data personali
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband
met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn
95/46/EG (“AVG”).
Richtlijn (EU) 2016/680
van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband
met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de
opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer
van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (“richtlijn wetshandhaving”).
Richtlijn 2002/58/EG
van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische
communicatie) (“e-privacyrichtlijn”).
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en met name artikel 8, aangezien het doel van
de Raad van Europa is de mensenrechten en fundamentele vrijheden, zoals het recht op eerbiediging van het privéleven, te
erkennen, te handhaven en te beschermen.
Verdrag 108
van de Raad van Europa van 28 januari 1981 tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde
verwerking van persoonsgegevens. In 2018 heeft de Raad van Europa het verdrag gemoderniseerd en Verdrag 108+ aangenomen.