Yes
No

​Volgens de Europese Rekenkamer (ERK) is het aantal fouten in de uitgaven uit de EU-begroting toegenomen. In hun vandaag gepubliceerde jaarverslag concluderen de auditors dat de EU-rekeningen voor het begrotingsjaar 2021 een getrouw beeld geven en dat de ontvangsten geen onjuistheden bevatten. De betalingen vertonen echter nog steeds te veel fouten. De auditors signaleren ook risico's met betrekking tot de EU-middelen die beschikbaar zijn gesteld in reactie op de coronacrisis en de aanvalsoorlog in Oekraïne. Voor het eerst bevat het verslag een afzonderlijk oordeel over de herstel- en veerkrachtfaciliteit, het tijdelijke herstelinstrument van de EU.

De auditors constateren dat het totale foutenpercentage in de uitgaven uit de EU-begroting in 2021 is gestegen tot 3,0 %. In 2020 was dit percentage nog 2,7 %. Bijna twee derde (63,2 %) van de gecontroleerde uitgaven werd aangemerkt als uitgaven met een hoog risico, wat ook een stijging betekent ten opzichte van 2020 (59 %) en eerder. De regels en subsidiabiliteitscriteria voor dit soort uitgaven zijn vaak complex, waardoor de kans op fouten toeneemt. Materiële fouten blijven van invloed op uitgaven met een hoog risico, met een geschat percentage van 4,7 % voor 2021 (2020: 4,0 %).

Afkeurend oordeel over de begrotingsuitgaven van de EU

Net als in de afgelopen twee jaar concluderen de auditors dat het foutenpercentage voor uitgaven met een hoog risico van diepgaande invloed was. Daarom hebben zij een negatief oordeel over de EU-uitgaven van 2021 uitgebracht.

Het geschatte foutenpercentage is geen graadmeter voor fraude, inefficiëntie of verspilling: het is een schatting van het bedrag dat niet volledig in overeenstemming met de EU- en de nationale regels is gebruikt. Tijdens hun controle stelden de auditors echter ook 15 gevallen van vermoedelijke fraude vast (tegenover 6 in 2020). Ze hebben deze gevallen gemeld aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), dat al vijf onderzoeken heeft ingesteld. Eén geval werd gelijktijdig aan het Europees Openbaar Ministerie (EOM) gemeld, samen met een bijkomend geval dat de ERK in 2021 had opgemerkt.

Door de aanvalsoorlog in Oekraïne, het energietekort, de coronapandemie en de klimaatverandering wordt de EU gedwongen om de gevolgen van een ongekende opeenvolging van crises tegelijkertijd aan te pakken.
Een situatie als deze leidt tot grotere risico's en uitdagingen voor de EU-financiën. Het is dus des te belangrijker dat de Europese Commissie deze goed en doeltreffend beheert. Door ons werk spelen wij hierbij een belangrijke rol.
ERK-president Tony Murphy

Eerste oordeel over RRF-uitgaven

Dit jaar omvatte de controle voor het eerst de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility, RRF). Dit is het belangrijkste onderdeel van het “NextGenerationEU"-pakket (NGEU) van de EU, met een waarde van 800 miljard euro, dat de economische gevolgen van de pandemie moet verlichten. Terwijl de begrotingsuitgaven van de EU gebaseerd zijn op de vergoeding van kosten en de naleving van voorwaarden, ontvangen de lidstaten in het kader van de RRF financiële middelen in ruil voor het bereiken van vooraf bepaalde mijlpalen of streefdoelen. In 2021 werd slechts één betaling uit de RRF gedaan, aan Spanje. De auditors constateerden dat een van de 52 mijlpalen in het Spaanse betalingsverzoek niet volledig was bereikt, maar waren van mening dat de bijbehorende gevolgen niet materieel waren. De auditors vonden echter tekortkomingen in de beoordeling van de mijlpalen door de Commissie. Ze dringen erop aan dat soortgelijke beoordelingen in de toekomst worden verbeterd.

De auditors merken op dat de naleving van andere EU- en nationale regels niet valt onder de beoordeling door de Commissie van de wettigheid en regelmatigheid van de betalingen in het kader van de RRF en daarom niet door het oordeel van de ERK wordt bestreken. Dit aspect zal afzonderlijk worden bekeken in het kader van toekomstige controles, wanneer de Commissie haar werkzaamheden op dit gebied heeft afgerond. Bovendien zou de doeltreffendheid van de verschillende hervormingen waar de mijlpalen betrekking op hebben eerder een onderwerp zijn voor toekomstige speciale verslagen die hier specifiek over gaan.

Reactie op de pandemie en de aanvalsoorlog in Oekraïne verhoogt begrotingsrisico's

De totale blootstelling van de EU-begroting aan mogelijke toekomstige verplichtingen is in 2021 meer dan verdubbeld, van 131,9 miljard euro tot 277,9 miljard euro. Dit was voornamelijk het gevolg van het feit dat er voor 91 miljard euro aan obligaties werd uitgegeven voor de financiering van het NGEU-pakket. Ook de verhoging van de financiële bijstand aan de lidstaten met 50,2 miljard euro, ter bescherming van banen en werknemers die door de pandemie zijn getroffen, droeg hieraan bij.

De auditors waarschuwen ook voor de risico's die de oorlog in Oekraïne met zich meebrengt voor de EU-begroting. Eind 2021 had Oekraïne leningen uitstaan met een nominale waarde van 4,7 miljard EUR in het kader van diverse EU-programma's. Ook de Europese Investeringsbank heeft Oekraïne leningen ter waarde van 2,1 miljard euro verstrekt, gedekt door EU-garanties.

De niet-afgewikkelde vastleggingen uit de EU-begroting zijn in 2021 afgenomen. Dit was voornamelijk het gevolg van vertragingen bij de uitvoering van de fondsen onder gedeeld beheer in het kader van het MFK 2021‑2027. Eind 2021 bedroegen deze vastleggingen 251,7 miljard euro (2020: 303,2 miljard euro). De totale niet-afgewikkelde vastleggingen (inclusief 89,9 miljard euro voor NGEU) bereikten echter een recordhoogte van 341,6 miljard euro. De ERK wijst erop dat er aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten blijven bestaan wat betreft hun besteding van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) uit de begroting voor 2014‑2020. Zo hadden Ierland, Finland en Cyprus meer dan driekwart van het aan hen toegewezen geld opgevraagd. Kroatië, Slowakije en Malta, de drie EU-landen met het laagste bestedingspercentage, hadden echter maar iets meer dan de helft van hun vastgelegde bedragen gebruikt.

Openstaande vragen over de brief van de Commissie aan Hongarije over de rechtsstaat

In hun verslag verwijzen de auditors naar de schriftelijke kennisgeving die de Commissie in april 2022 aan Hongarije heeft gezonden. Hiermee werd de procedure in gang gezet die kan leiden tot het opleggen van maatregelen aan een lidstaat wegens schendingen van de beginselen van de rechtsstaat. In haar jaarlijks beheers- en prestatieverslag, waarin belangrijke informatie over haar interne controle en financieel beheer staat, vermeldt de Commissie niet hoe deze kennisgeving de regelmatigheid van de uitgaven in Hongarije kan beïnvloeden.