De Europese Rekenkamer is sinds zij in oktober 1977 tot stand kwam, de extern controleur van de EU. De ERK is uitsluitend in Luxemburg gevestigd. Zij heeft er vanaf het begin naar gestreefd, de wijze waarop de financiën van de Unie worden beheerd, te verbeteren en bij te dragen aan de openbare verantwoording met betrekking tot de inzameling en besteding van de EU‑begrotingsmiddelen door middel van het verschaffen van betrouwbaarheidsverklaringen en advies.
De behoefte aan externe controle van de EU‑financiën
De Europese Rekenkamer zag het licht in een periode waarin de Europese Gemeenschap (de voorloper van de EU) ernaar streefde, meer democratische verantwoording af te leggen aan haar burgers. Twee zeer belangrijke ontwikkelingen betroffen de uitbreiding van de bevoegdheden van het Europees Parlement inzake begrotingscontrole en de volledige financiering van de begroting van de Europese Gemeenschap met eigen middelen. In de Gemeenschap ontstond het bewustzijn dat er ook behoefte bestond aan een werkelijk onafhankelijke externe controleur om het Parlement en de Raad bij te staan bij het waarborgen van democratische controle van haar financiën. Sinds de oprichting van de Gemeenschap in 1958 vervulde een kleine Controlecommissie deze taak, maar deze beschikte – zoals steeds duidelijker werd – niet over de benodigde bevoegdheden of middelen om de snel groeiende begroting behoorlijk te controleren.
De ERK wordt het "financiële geweten" van de EU
De belangrijkste impuls voor de oprichting van de Europese Rekenkamer kwam van Heinrich Aigner, de voorzitter van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement, die sinds 1973 krachtig had gepleit voor een orgaan voor externe controle op communautair niveau. De ERK, gevestigd te Luxemburg, werd bij het Verdrag van Brussel van 22 juli 1975 opgericht en begon haar werkzaamheden in oktober 1977. Hans Kutscher, de president van het Europese Hof van Justitie, noemde haar destijds het financiële geweten van de Gemeenschap.
De ERK wordt een EU‑instelling
De ERK werd een volwaardige Europese instelling op 1 november 1993 bij de inwerkingtreding van het Verdrag van Maastricht. Het feit dat zij nu dezelfde status had als de Commissie, de Raad en het Parlement versterkte haar onafhankelijkheid en gezag. Bij het Verdrag van Maastricht werd ook de jaarlijkse betrouwbaarheidsverklaring ingevoerd over de betrouwbaarheid van de EU‑rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, inmiddels een zeer belangrijk product van de ERK.
Het controlemandaat van de ERK wordt uitgebreid
De rol van de ERK werd verder versterkt in 1999 bij de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam, waarbij haar onafhankelijkheid werd bevestigd en haar controlebevoegdheden werden uitgebreid naar meer beleidsterreinen. In het verdrag werd haar rol in de strijd tegen fraude benadrukt en werd bepaald dat zij beroep in kon stellen bij het Hof van Justitie om haar rechten te beschermen tegen inbreuken daarop door de andere EU‑instellingen.
De ERK gaat nauwer samenwerken met de lidstaten
Het Verdrag van Nice van 2003 bevestigde het beginsel dat de ERK één lid uit elke lidstaat omvat en onderstreepte het belang van de samenwerking tussen de instelling en de nationale controle-instellingen.
In het Verdrag van Lissabon, dat op 1 december 2009 in werking trad, werden opnieuw het mandaat van de Rekenkamer en haar status als EU‑instelling bevestigd. Het verdrag bracht ook wijzigingen aan in de manier waarop de EU‑middelen worden beheerd en waarop er toezicht op wordt gehouden, door de begrotingsbevoegdheden van het Europees Parlement te versterken en de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de uitvoering van de begroting te benadrukken, hetgeen evenzeer van belang is voor de Rekenkamer.
De ERK ontwikkelt zich om te beantwoorden aan de behoeften van de groeiende EU
Met de ontwikkeling van de EU is ook de structuur van de ERK is veranderd. De ERK is gegroeid van 9 leden en 120 personeelsleden in 1977 tot 27 leden – in 5 kamers – en bijna 900 professionele en administratieve personeelsleden uit alle lidstaten nu. Als controleorgaan dat gelijkwaardig is aan de nationale hoge controle‑instanties (HCI's) in de EU-lidstaten en daarbuiten, streeft de ERK ernaar voorop te lopen in de ontwikkelingen op het gebied van de openbare controle en werkt zij samen met andere HCI's aan de vaststelling van professionele standaarden en goede praktijken.
De ERK nu
Sinds haar totstandkoming in 1977 heeft de ERK ernaar gestreefd, bij te
dragen aan de verbetering van het financieel beheer van de EU door kwalitatief
hoogwaardige producten voort te brengen waarin de ontwikkelingen in de EU en de
veranderende behoeften van haar belanghebbenden worden weerspiegeld. Gedurende
die periode heeft de EU nieuwe lidstaten verwelkomd, nieuwe bevoegdheden en een
ruimere begroting gekregen en nieuwe organen op EU‑niveau opgericht; dit alles wordt in aanmerking genomen in het werk van de
ERK en komt tot uitdrukking in haar output.
Gerelateerde links